35 graden

35 graden

“Het lijkt hier wel 35 graden”. Mijn man komt binnen en loopt tegen een muur. Na een dag thuis werken kijk ik hem vermoeid aan. Ik beëindig zojuist het zoveelste telefoongesprek. Vandaag waren er ook drie videovergaderingen. Waar heeft hij het over? O, ja. Het is buiten mooi weer. Dat heb ik gezien. Is het echt zo warm daar? Ik realiseer me dat hij het over mijn werkruimte heeft. Stram kom ik uit mijn bureaustoel. Het is de derde keer vandaag. Dat zou me op kantoor niet gebeuren. Daar hangen briefjes met zitten is het nieuwe roken. Zoek elkaar op. Neem de trap. Ik doe het trouw, behalve thuis. Ik strek mijn benen en heb het koud. “Onmogelijk”. Mijn oren suizen van alle input. Ik dwing mezelf naar buiten. Van de kou binnen naar de warmte buiten want daar is het 18 graden. Frisse lucht, dat is pas warm.

9 van 150