Brand

Taatuu tuutaa, ik hoor alle sirenes door elkaar. Er is brand. In de Weerribben, in de Peel, in de Meinweg. Al mijn thuis staat in brand. Kon ik maar geloven dat het zo moet zijn. Kon ik maar accepteren dat ik het maar moet laten gaan. Kon ik mijn ogen er maar van afwenden. Maar het lijkt op de fascinatie die je voelt als bij zonsondergang de hele omgeving in brand staat met haar kleuren van oranjerood. Je kunt niets anders dan kijken hoe de zon zakt en de wereld even stil zet. Je ziet hoe mooi het is. Dan kun je uren dromen en ben je de baas van iedereen. Je gelooft niet dat je ouder wordt. Mooi gezongen over de Peel. Totdat ik de brandlucht ruik en besef dat de zon nog niet onder is. De brandhaarden zijn nog lang niet geblust. En ook vandaag luiden de kerkklokken.

21 van 150