Naar school
Ik weet nog dat ik ziek was. Ik zat op de kleuterschool en mama moest weg. Ik wilde heel graag naar school. Blijkbaar was er een speciale situatie want ik mocht een boterham mee. Op school kon ik niet spelen. Ik was te ziek. Ik heb gewacht met mijn boterham in de kamer van de juffrouw. Daarom kan ik me voorstellen dat kinderen zo graag naar school willen gaan. En dat mag nu weer. Over enkele weken. De wereld gaat weer een beetje open. Kinderen spelen weer op straat. Zitten naast elkaar te vissen. Samen met het hondje wandelen. Groepjes zoeken elkaar op. Opeens lijkt het erop dat we elkaar weer binnen anderhalve meter mogen passeren. Opeens lijkt het alsof de kans dat je ziek wordt kleiner is geworden. De lucht voelt lichter aan. De zon schijnt lichter. De wind is zachter. Het water glinstert. Als schijn maar niet bedriegt.
22 van 150